Voyage: Maastrichts Aardewerk

Wandelen door de Keramiekstad van Nederland

19 januari t/m 27 februari 2022

Het Maastrichtse aardewerk is wereldberoemd. Petrus Regout begon mijn zijn glas-, kristal- en aardewerkondernemingen in de vroege 19e eeuw en is er puissant rijk mee geworden. Zijn naam zingt nog steeds voort in Maastricht en de stad laat zich dan ook tot de dag van vandaag sterk tekenen door de overblijfselen en de heropleving van het industrieverleden. Bureau Europa stippelt een inleidende wandeling voor je uit door de binnenstad, maar de directe omgeving herbergt nog veel meer keramiekgeschiedenis voor de liefhebber.

Start: De Toonzaal in de Directeursvilla

Begin je wandeling bij Bureau Europa, Boschstraat 9. Hier in het Sphinxkwartier begon de Maastrichtse aardewerkgeschiedenis. Niet verwonderlijk heeft ook het gebouw van Bureau Europa daarom nog steeds een sterke connectie met het verleden.

Tussen 1905 en 1911 bouwt Petrus III Regout de Timmerfabriek van zijn Sphinx & Co. Deze hoek van het Bassin ziet er dan eindelijk uit zoals we hem vandaag nog kennen. De Directeursvilla waar Bureau Europa nu in huist is ontworpen naar voorbeeld van een Romeinse villa, compleet met Romeinse ornamenten, stucwerk en muurschilderingen. Het gebouw moet het chicste deel van de Sphinxfabrieken worden, want dit is waar de Toonzaal is gelegen en waar het nieuwste glas, kristal en aardewerk te koop werd uitgestald.

Halte 1: Sphinxpassage en Penitentenpoort

Steek bij Bureau Europa de Boschstraat over: tussen het Eiffelgebouw en bioscoop Pathé loopt een overdekte gang. Loop rustig door deze Sphinxpassage. Aan het einde heb je links de Penitentenpoort.

Tussen het Eiffelgebouw, het oude fabrieksgebouw, en bioscoop Pathé loopt een 120 meter lange, overdekte tegelpassage, naar een idee van Bart van den Boom. Hier komt de geschiedenis van Sphinx in bijna 30.000 tegels tot leven. Met portretten, oude reclames, serviesdecoraties en toiletpotten krijg je het verhaal over het Maastrichtse aardewerk dat wereldberoemd is geworden.

 In de woorden van Fons Olterdissen (1905), de bekende Maastrichtse schrijver:

            Petrus Regout, die voor velen
            Loon en arbeid heeft bereid,
            Zond naar de vijf werelddeelen
            De Maastrichtse nijverheid.

Een van de overblijfselen uit die tijd van nijverheid is de Penitentenpoort, de toegang tot het 19e-eeuwse fabrieksterrein. Hiernaast stond Regouts statige woonhuis, waar hij met zijn ondernemingen begon in 1834. Tegenwoordig staat er een standbeeld dat in 1965 van de grootindustrieel werd gemaakt door oud-Sphinxmedewerker Wim van Hoorn.

Halte 2: Cité Ouvrière

Tegenover de Penitentenpoort ligt het smalle Sint Theunisstraatje. Vanuit de poort had je goed zicht op de hoge Cité Ouvrière, de Groete Bouw die berucht stond als mensenpakhuis. Het gebouw werd in 1938 gesloopt.

In 1864 opende in dit zijstraatje aan de Boschstraat, in de schaduw van de fabrieksschoorstenen, de beruchte Cité Ouvrière: in 100 kamers werden hier 266 personen gehuisvest. De omstandigheden waren er, ondanks de indrukwekkende architectuur van Wilhelm Wickop, slecht: van gebrekkige hygiëne door overbevolking, tot overgrote armoede en schrijnend hoge huren. Aalmoezenier Henri Poels bestempelde het gebouw dan ook als een onacceptabel mensenpakhuis. In 1938 werd het daarom afgebroken.

Vandaag is er in de oude arbeiderswijk de Havezathe te vinden, de woonwijk die er in de jaren 1970 is gebouwd. Er zijn niet veel overblijfselen van het arbeiders- of keramiekverleden meer te vinden, maar wie goed zoekt vindt op sommige plekken wel nog muurschilderingen van Caspar Kubatsch. De geschilderde serviezen hebben jaartallen meegekregen, maar in werkelijkheid werd het productiejaar aangeduid met een gecodeerd lijntje onder het Sphinxlogo. Een herkenbaar jaartal zou de verkoop immers gedrukt kunnen hebben.

Halte 3: De Avenue Pierre Regout

Loop nu rustig door de Boschstraat naar de Markt. Aan je linkerkant vind je achter elkaar een aantal statige, 19e-eeuwse panden, ooit woonhuizen van de familie Regout. Je komt uit bij hun parochiekerk.

De Boschstraat wordt terecht wel eens de Avenue Pierre Regout genoemd. ’s Nederlands eerste grootindustrieel kocht er – althans, zijn rijke moeder deed dat voor hem – een statig pand naast de Penitentenpoort (waar nu bioscoop Pathé ligt). Pal tegenover het Bassin wist Regout goed te profiteren van de exportmogelijkheden die dat bood.

Puissant rijk geworden kocht Regout, vaak bij proxy van zijn vrouw Aldegonda, een hoop vastgoed in de Boschstraat, om zijn fabrieksterrein uit te breiden, arbeiderswoningen te bouwen en woonhuizen voor hemzelf en zijn kinderen.

 

Boschstraat 45
Het fortachtige stadspaleis dat architect Wilhelm Wickop in 1863 bouwt voor Petrus II Regout, de eerste zoon van Petrus senior die vaak als verantwoordelijke wordt aangewezen voor de slechte naam van de familie Regout. Het huis werd later ook bewoond door zijn zoon Petrus III, die de de Toonzaal heeft laten bouwen, waar nu Bureau Europa ligt. De Cité Ouvrière in de Sint Theunisstraat keek uit op de achtertuin van deze directeurswoning.

Boschstraat 69-73
Ietsje verderop ligt de Refugie de Hocht (nu Hotel Monastère), het gezamenlijke stadspaleisje voor Regouts vrijgezelle kinderen. Het gebouw was in de Middeleeuwen een vluchthuis voor de abdij van Hocht voordat het in de 19e eeuw werd verbouwd: Petrus Regout wilde Parijse allure en gaf het gebouw een langgerekte gevel met poorten, blinden en gietijzeren balkons. Net als bij de Cité Ouvrière was Regout zo trots op dit gebouw, dat hij het op de overzichtslitho van 'zijn' Boschstraat op een verkeerde, maar meer prominente plek heeft laten afbeelden.

Boschstraat 99
De Sint-Matthiaskerk, in de volksmond de Sint Matthijs, ligt aan het einde van de Boschstraat. Deze parochiekerk van Petrus Regout heeft kunnen profiteren van de vele schenkingen van gebrandschilderde ramen en kroonluchters. Meer giften van Regout zijn ook te vinden in de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek en de Sint-Servaasbasiliek. Ze zijn makkelijk te herkennen: de kroonluchters zijn namelijk gesigneerd. Regout ging zelf in de Sint Matthijs ter kerke omdat zijn arbeiders hiernaartoe gingen. Voor zijn Waalse arbeiders zorgde hij ervoor dat meneer pastoor de zondagmis in het Frans hield. Regouts uitvaart werd in 1878, naast in Meerssen, ook in deze kerk gehouden.

De familie Regout bezat nog meer panden in deze straat, zoals waar nu het Hotel Fitzroy gelegen is (Boschstraat 70), het Grand Maison du Levrier et de l'Aigle Noir (Boschstraat 76) en het pand Markt 26. Dit laatste was het woonhuis van Louis I Regout, vierde zoon van Petrus (let op de initialen L. R. boven de poort), die verder ook nog het gebouw waar vandaag Suit Supply zit (Bredestraat 17) en Villa Kruisdonk (Kruisdonk 66) bezat.

Halte 4: Geboortehuis van Nederlands eerste grootindustrieel

Na je bezoek aan de Sint-Matthiaskerk, steek je de Markt dwars over en bewandel je de middelste straat, de Nieuwstraat. Aan het begin, links, ligt Petrus Regouts geboortehuis.

Het pand van Søstrene Grene (Nieuwstraat 9) is waar op 23 maart 1801 Petrus Laurentius Regout werd geboren, zoon van Petrus Leonardus Regout en Maria Gertrudis Nijsten. Hij groeide op in een koopmansfamilie die al sinds de 17e eeuw in de glas- en aardewerkhandel zat. Regouts vader overleed in 1814 en de jonge Petrus begint in de familiewinkel mee te werken. Zijn moeder wordt er nog flink rijk mee.

In de winkel leerde Regout het groothandelsvak, maar begon hij ook al na te denken over eigen productie. Hij voegde een kleine kristalslijperij toe aan zijn beginnend imperiumpje in de Jodenstraat, waarvoor de grondstoffen van de bekende glasfabrikant Val-Saint-Lambert kwamen. Met het geld van zijn moeder en het pand in de Boschstraat, kon Regout zijn zakelijk instinct pas echt bewijzen en groeide wat begon met de bescheiden porseleinwinkel in de Nieuwstraat uit tot de eerste grootindustrie van Nederland.

Halte 5: JEMA Pop-upwinkel

Wandel naar winkelcentrum Entre Deux, in de Spilstraat. Op de tweede verdieping ligt de pop-upwinkel van de Stichting Aardewerk Erfgoed Maastricht.

De broers Jelis en Johan Mager begonnen een klein keramiekfabriekje in Heer, direct na de bevrijding. Het fabriekje heeft achtereenvolgens in de Demertstraat en de Schoolstraat gestaan voor het naar de Fort Willemweg verhuisde in 1953. Het familiebedrijf was geen lang leven beschoren: in 1984 volgde het faillissement en de fabriek werd achtergelaten.

Het fabriekje werd in 2020 verkocht door oud-eigenaar Jef Roberts. In de voorbije 35 jaar was er niets veranderd, alle installaties en nog vele honderden producten waren er als in een tijdscapsule achtergelaten. Oud-burgemeester Gerd Leers en Huub Brandts van de Stichting Aardewerk Erfgoed Maastricht ontfermden zich over het achtergebleven aardewerk, dat nu te koop is in een pop-upwinkel in Entre Deux. Veel van de uitgestalde waar zal het nostalgische hart sneller doen kloppen: de dierenfiguren, Maastrichtse tableaux, Mooswiefjes en de typische vazen, asbakken of theepotten zullen bij veel mensen herinneringen oproepen.

Halte 6: Villa Jaunez en de Bordenhal

Wandel door de binnenstad. Via de Grote Staat, de Kleine Staat, de Wolfstraat en het Onze Lieve Vrouweplein kom je uit bij de Hoge Brug. Aan de overkant van de Maas ligt de wijk Céramique, gebouwd op het oude fabrieksterrein van Regouts voornaamste concurrenten.

De Maastrichtse Zjèrremik, of de Société Céramique zoals de aardewerkfabriek voluit heette, was de tweede grote, Maastrichtse keramiekproducent. Het bedrijf was vanaf 1863 een concurrent van de onderneming van Regout: dit kleine aardewerkfabriekje wist onder leiding van de heren Clermont en Chainaye geschoolde vaklieden bij Regout & Co. weg te kapen, zoals Regout zelf twintig jaar eerder bij Val-Saint-Lambert deed. De concurrentie tussen de keramiekers op de west- en oostoevers stond vanaf het begin al op scherp, tot de fusie zou plaatsvinden in 1958 tot N.V. Sphinx-Céramique, later kortweg Koninklijke Sphinx.

Het bedrijf leeft nog het meest voort in de nieuwe wijk Céramique, waarmee Maastricht op de oostoever in de jaren 1990 en 2000 door architect Jo Coenen werd uitgebreid. De nieuwbouwwijk ligt namelijk precies waar het oude fabrieksterrein heeft gelegen. Enkele overblijfselen herinneren nog aan het verleden, zoals de Wiebengahal naast het Bonnefantenmuseum en op Plein 1992 de Bordenhal en de Villa Jaunez. In deze laatste heeft de directeur van de Société, Victor Jaunez gewoond. Het Jugendstilgebouw met zijn zinken dak is een bekend gezicht aan de Wycker skyline.

Halte 7: Brouwerij Bosch

Vanaf de Hoge Brug, met zicht op de Villa Jaunez, en het Plein 1992, waar de wijk Céramique begint, kun je linksaf. Wandel door Ruiterij naar Wycker Grachtstraat. Halverwege, op nummer 26, tref je de Boschbrouwerij.

Petrus Regout begon zijn eerste productiewerkzaamheden heel klein in 1827, vlak nadat hij van zijn moeder het pand aan de Boschstraat kreeg. Hoewel hij bekend is geworden als de eerste grootindustrieel van Nederland, telde Maastricht wel meer ondernemende zielen, zoals ook Nicolaas Bosch, die in datzelfde jaar de brouwerij De Keyzer erfde. 181 jaar lang is de brouwerij in de familie Bosch geweest, in 1970 sloten de poorten voorgoed.

Dankzij de inzet en het doorzettingsvermogen van Paul Bosch, de laatste telg uit de brouwersfamilie zijn het pand, de installaties en de brouwattributen bewaard gebleven voor de toekomst. De Boschbrouwerij is nu ingericht als een unieke, cultuurhistorische schatkamer: de mouterij, de brouwerij en de brouwerswoning zijn in hun oude staat nog te bezichtigen en de stijlkamers ademen nog steeds die fin-de-siècle-ambiance uit. Rondleidingen kunnen er geboekt worden in combinatie met bierproeverijen. Santé!

Halte 8: Villa Wyckerveld

Loop door en sla de Wycker Brugstraat rechtsaf in. Je wandelt nu door de Percée, de 19e-eeuwse chique buurt van Maastricht. Deze allee loopt nu door tot aan het station, maar dat was ooit anders. Steek door het pas in oude luister herstelde station en door de passerelle het spoor over naar de Meerssenerweg. Pal achter het station vind je Villa Wyckerveld.

Over deze statige villa uit 1879-80, gebouwd door Eugène, derde zoon van Petrus Regout, gaan enkele beroemde verhalen. Het bekendste is wel dat deze zoon en latere aandeelhouder van de Sphinxfabrieken de eclectische villa liet bouwen door architect Julien Rémont aan het einde van de Percée, de moderne doorbraak die van Wyck een grote allee naar de binnenstad maakte. Zo lag Huize Regout parmantig aan het begin van de rode loper naar de binnenstad, tot de gemeente hem dwarsboomde en het nieuwe treinstation pal voor zijn huis aanlegde.

Een mooi verhaal dat speelt met de slechte reputatie die de familie Regout in de loop der jaren heeft gekregen, maar dat dit klopt is onwaarschijnlijk. Wel is zeker dat deze villa het eerste bouwwerk was dat in Wyck buiten de dan net gesloopte vestingwerken komt te liggen. De Percée werd ongeveer tegelijkertijd voltooid met Villa Wyckerveld en de latere Stationsstraat werd in 1882 zelfs duidelijk gepland om de villa als blikvanger aan het einde van de straat te plaatsen. Tot 1913, toen inderdaad het station tot stand kwam. Maar toen was er geen Eugène Regout meer om te dwarsbomen, want die overleed al in 1911.

Eindhalte: Station Maastricht

Loop terug naar het Stationsplein. Onze keramiekwandeling komt tot een einde op een driesprong.

Natuurlijk heeft Maastricht nog veel meer aardewerk, oud en jong, in petto. Sommige plekken liggen buiten de stad. Je kunt nu terug naar Bureau Europa (Boschstraat 9) om de tentoonstelling te bezoeken. Of bekijk anders de aardewerkcollecties bij Centre Céramique (Avenue Céramique 50) of het Bonnefantenmuseum (Avenue Céramique 250) - beide cultuurinstellingen liggen op het voormalige fabrieksterrein van de Société Céramique, de architectuur van het Bonnefantenmuseum is zelfs een directe verwijzing naar de oude fabrieksgebouwen.

Je kunt nu ook de OV-fiets nemen om de stad uit te fietsen, bijvoorbeeld naar Villa Canne (Mergelweg 454), het woonhuis met de vernismolens en de speciaal voor de productie aangelegde Mergelweg die lang nog in de familie Regout zijn geweest. Of naar de Landgoederenzone aan het einde van de Groene Loper, met als absolute hoogtepunt Kasteel Vaeshartelt (Weert 9). Hier kun je je nog wanen in de rijke vertrekken en lommerijke landerijen waar Petrus Regout zelf zich op zijn best voelde. Kijk op weg er naar toe goed om je heen: je fietst langs Villa Kanjel (Meerssenerweg 1) en La Grande Suisse (Mariënwaard 61, vandaag het crematorium) die ook allebei deel uitmaakten van Regouts lustoord.