Voyage: De Zinkidentiteit van Maastricht

Het onzichtbare materiaal zichtbaar gemaakt

5 september t/m 12 december 2021

Maastricht herbergt veel zink, voor wie weet waar ie zoeken moet. Treed in de voetsporen van de zinkwitstakers en stuit op verrassende zinkarchitectuur, jong en oud, binnen en buiten de gebaande paden.

We grenzen hier aan het belangrijkste werkterrein van de Europese zinkindustrie. Er was eens het strookje Belgiƫ dat van Luik onderlangs de grens tot aan het plaatsje Kelmis reikt en dat geheel in het teken stond van de zinkwinning en -verwerking in de 19e en 20e eeuw. Maastricht profiteerde daar ook van en had zijn eigen, beruchte Zinkwit Maatschappij waar onmenselijke werkomstandigheden aan de orde van de dag waren. Maar in de Maastrichtse straten is ook op onvermoede plekken nog zink te vinden - onopgemerkt maar opvallend.

Afstand: 6,5 km
Wandeltijd: 2 uur

1. We vertrekken bij Bureau Europa. Hier is de tentoonstelling Macht, Wellust en Zink te zien. De tentoonstelling brengt de eigenaardige verhalen van het zink uit Kelmis: hoe het een wereldstad van daken voorzag; hoe er een heel nieuw land rondom de mijnen werd opgebouwd; hoe de geschiedenis van Vieille Montagne en Neutraal Moresnet een ‘das war einmal’ is dat tot vandaag in onze land- en gemeenschappen doorwerkt. 

2. Wandel door de Boschstraat richting Markt. Sla rechtsaf de Maagdendries in. Loop voorbij de nieuwe zelfbouwprojecten van architectenbureaus Humblé Martens Willems en Mathieu Bruls tot aan de kruising waar Frontensingel en Statensingel samenkomen. Op dit punt komt de grootste staking die Maastricht ooit gekend heeft in 1929 tot een tragisch hoogtepunt. Al wekenlang zijn de arbeiders van de Maastrichtse Zinkwit Maatschappij aan het staken. Een groot deel van de stad steunt hen. Volksoplopen zijn er overal, met name rondom de arbeidersbolwerken in de buurt van de Stokstraat en hier bij de Statensingel. Op 16 oktober heeft de politie de menigte niet meer onder controle. Een peloton staat aan het einde van de Capucijnenstraat om het volk te bedwingen: ze worden bekogeld met allerhande projectielen vanuit de huizen. Een kleine groep splitst af en probeert via de Maagdendries aan de andere kant van de menigte te komen, met getrokken wapens. Er worden hier schoten gelost. De meute kan zich met hun stokken en knuppels niet goed verdedigen, er ontstaat paniek. Mensen raken gewond, enkele levensgevaarlijk. Twee mensen overlijden. De arbeider Hubert Beckers, een toevallige passant die te hulp snelt naar een grote valpartij, wordt achter in zijn nek geschoten. De agent Matthias Houben, in burger, wordt in zijn borst geraakt. De staking komt in een nieuwe fase.

3. Loop nu de Capucijnenstraat af. Ietsje verderop ligt aan je linkerhand de Brandweerkantine, waar je lekker kunt eten en drinken. Daartegenover is een kleine onderdoorgang. Die brengt je naar een bijzonder hofje: de Charles Vos Cour. Deze woonwijk uit 1993 is een van de verborgen pareltjes van de Maastrichtse binnenstad. De Luikse architect Charles Vandenhove ontwierp hier een postmodernistische nabootsing van het St. Pietersplein in Rome. Als je bij de ‘obelisk’ staat en om je heen kijkt, zie je duidelijk de twee zuilengalerijen die het pleintje omarmen en het centrale hoofdgebouw met ‘koepel’ (hier een halfrond dak). Typisch voor zijn stijl in de jaren ’80 en ’90 van de 20e eeuw zijn de verwijzingen naar de klassieke vormentaal: sobere dorische zuilen, architraven en frontons geven zijn architectuur opgeruimde kwaliteit; het ingetogen gebruik van baksteen, beton en hout (Romeinse bouwmaterialen!) getuigen van fijnzinnigheid en tijdloosheid. Duidelijk zichtbaar hier is Vandenhoves voorliefde voor zinken daken: nergens in de stad zijn de gebogen zinkplaten op de daken zo goed te zien als hier. Nu je het zink hier gezien hebt, herken je het in de rest van de stad bijna als vanzelf.

4. We lopen terug naar de Capucijnenstraat en slaan rechtsaf. Net voorbij de Brandweerkantine loopt een smal paadje, de Apostelengang. Als je deze afloopt en rechts de hoek omgaat, kom je op het Misericordeplein. Steek het plein over de Uitbelderstraat in. Op de kruising met de Bogaardenstraat (naar de rijke boomgaarden en moestuinen van de oude bewoners hier), staat tegenover je aan de rechterkant een opvallend hoekpand. Dit is het oude Volkshuis. In de eerste helft van de 20e eeuw is dit hoekpand, Het Volkshuis genoemd, de uitvalsbasis van de socialistische beweging in Maastricht. Op 16 oktober 1929 wordt een SDAP-vergadering hier opgeschrikt door kabaal van buiten, er worden schoten gelost op de Statensingel, marechaussee en zinkwitstakers zijn slaags geraakt. De stakingsleider, Caspar Pieters, ontmoet later enkele SDAP’ers op het Vrijthof, waar hij opeens met groot machtsvertoon, woest en grof, wordt gearresteerd. Dat er drie gemeenteraadsleden van SDAP en zelfs fractievoorzitter Paris bij staan, maakt op de politie geen indruk. Pieters wordt ervan beschuldigd de dodelijke schoten op de menigte gelost te hebben vanaf het dak van de Sphinx. Maar enkele arbeiders vinden later opvallende kiezeltjes in de fabrieksmuren op de plaats delict: met wat peuterwerk weten ze die uit de muur te trekken. Het zijn kogeltjes uit militaire geweren...

5. Loop de Uitbelderstraat helemaal uit tot je in de Boschstraat terecht komt, tegenover de St. Matthiaskerk. Sla rechtsaf en wandel naar het Stadhuis op de Markt. Het 17e-eeuwse bouwproject van architect Pieter Post imponeert met zijn sobere maar statige, Hollands classicistische stijl. Maar als de gemeenteraad in 1664 haar intrek kan nemen, is het gebouw onvoltooid. Het geld is op. Het oorspronkelijke ontwerp kan pas in 1684 door bouwmeester Adam Wynandts uit Aken voltooid worden. De magistrale toren moet uit geldnood zelfs uit hout gebouwd worden (een leuk broodje aap, want dakruiters worden sowieso van hout gemaakt, omdat ze anders te zwaar zijn!). De achthoekige lantaarn moet bekleed worden met een materiaal dat als steen uitziet, net als de rest van het gebouw. Lood en leien bieden uitkomst. Als het stadhuis in 1861 wordt gerestaureerd, kan met nieuwe materialen voor een betere afwatering op het dak gezorgd worden. Het stadhuis krijgt een volledig zinken dak met een roevenconstructie en ook het torentje wordt meteen met zink bekleed. Nieuwe ornamenten worden eveneens uit het nieuwe materiaal vervaardigd: het torentje krijgt een achttal duivelskoppen. Bij een grote renovatie in 1997 wordt het zink alweer vervangen: men vindt het historisch authentieker om het torentje opnieuw met lood te bekleden. De zinken duiveltjes zijn verwijderd, één onthoofd masker ligt als een herinnering ergens in het stadhuis achter glas.

6. Vanaf de Markt kun je door de Nieuwstraat naar de Grote Staat wandelen. Aan het einde ziet het oplettende oog direct waar we naartoe willen: de zinkgevel op de hoek met de Vijfharingenstraat. In 2001 komt de Bijenkorf naar Maastricht. Het grote pand waar V&D in is gehuisvest wordt volledig gerenoveerd, waarbij Bijenkorf één gedeelte van het gebouw gaat krijgen, aan de Kersenmarkt. Architectenbureau Rijnboutt ontfermt zich over het project en ontwerpt een uitbreiding aan de andere kant van het gebouw in 2003, waar La Place en een wintertuin in komen. Een vervallen gebouwdeel uit de 60’er jaren wordt hiervoor hersteld en bekleed met een opvallende noord- en westgevel die volledig bestaat uit zinken losanges. Ook het bestaande metselwerk in de Vijfharingenstraat wordt gerestaureerd. De bekroning van de plint en wintertuin op het dak, evenals het dak zelf, zijn ook alle met zinkplaten in een felssysteem afgewerkt, waarbij de randen van twee platen in elkaar gevouwen kunnen worden. De combinatie van de zijgevel in de ruitvormige, overlappende zinklosanges en het authentieke metselwerk doen denken aan de vrijstaande huizen en boerderijen in de Limburgse en Waalse vergezichten: regelmatig zijn hier de westgevels ook met zink bekleed. Ze zijn typerend geworden voor het landschap.

7. Loop door de Vijfharingenstraat om de zinken zijgevel en het metselwerk goed te kunnen zien. Wandel vervolgens door het Stokstraatkwartier of via het Onze Lieve Vrouweplein naar de Hoge Brug. Vanaf de brug heb je een goed zicht op de nieuwbouwwijk Céramique. De meest opvallende verschijningen van deze wijk van meesterarchitect Jo Coenen zijn het Bonnefantenmuseum op de Zuidknoop en de Toren van Siza op de Noordknoop. De twee gebouwen schitteren letterlijk, ze zijn allebei bekleed met zink. Aldo Rossi’s ontwerp voor het Bonnefantenmuseum (1995) is vormgegeven als een fabriek, met een strakke inrichting in kijkzalen. Dit verwijst naar de locatie, het oude industrieterrein van de Société Céramique. De blikvanger is natuurlijk de raketvormige toren waar twee metalen de dienst uitmaken. Het kopergroen van de steunberen zie je terug in de hele skyline van de stad Maastricht, gezien vanaf de Sint-Pietersberg. De koepeltoren bestaat uit een skelet van beton en staal, de bekleding is van natuursteen en zink. De weerkaatsing van het zonlicht markeert de plek waar het verleden en het heden in kunst, stedenbouw en architectuur samenkomen.

8. Als je de brug iets verder afloopt zie je Maastrichtse hoogbouw. Aan de kop van Plein 1992 staat één van de hoogste gebouwen in Maastricht, de 17 verdiepingen tellende, 53 meter hoge woontoren van Álvaro Siza (2013). Hier komt het historische Wyck samen met het nieuwe Céramique en dat zien we terug in dit gebouw. De Toren bestaat eigenlijk uit twee torens, die onderling wat van elkaar weg lijken te draaien, maar toch verbonden zijn. De oosttoren staat gericht op de oude stadsdelen: een bekleding in tegels van wit marmer verwijst naar een historische bouwtraditie die het verleden symboliseert. De westtoren staat juist naar het nieuwe stadsdeel Céramique gekant en kijkt uit over het Plein 1992. Een modern materiaal, een titaanzinken bekleding met subtiele naden, is de verwijzing naar het nieuwe. Het weerspiegelt niet alleen de strakke grijsheid van het nabijgelegen Centre Céramique van architect Coenen en de kleureenheid van het Plein 1992, maar ook het zinkgebruik in het museum aan de andere kant van het stadsdeel.

9. Meer gebouwen in Céramique zijn met zinkplaten op dak en gevel bekleed, zoals de Residentie Sonneville (bOb van Reeth, 1997) en het woongebouw Patio Sevilla (Cruz y Ortiz, 2002). Poëtisch is het ook dat de hele wijk omarmd wordt door twee moderne, zinken blikvangers. Maar er is ook nog historisch zink in Céramique. Loop naar het einde van de brug. Links van de brug staat de Villa Jaunez. Aan je rechterkant zie je de Bordenhal. De Villa Jaunez is de voormalige directievilla van de Société Céramique. In dit Jugendstilpand woonde fabrieksdirecteur Victor Jaunez. Het gebouw wordt in 1998 gerenoveerd door Jo Coenen als onderdeel van het project Plein 1992. De Maaskantoren worden gebouwd en sluiten aan op het historische bouwwerk, één van de laatste fysieke restanten van het industrieverleden in dit gedeelte van de stad. Het woonhuis dat uitkijkt over de Maas beschikt over een zinken zak. Met de uitbreiding van Hotel Maastricht (Arno Meijs, 1977; 1998) wordt een tuinpaviljoen naast de directeursvilla gebouwd, die eveneens van een zinken dak voorzien wordt. Het metaal prijkt ook aan de andere kant van het Plein 1992 op de historische Bordenhal. Gebouwd rond 1880 doet het jarenlang dienst als fabriekshal waar servies met de hand beschilderd wordt. Jo Coenen verbouwde het pand in 1999 om er een theater van te maken: vandaag huist Toneelgroep Maastricht er. De oude uitstraling blijft behouden, maar met de verbouwing werd de vloer verlaagd en het dak verhoogd. En als je dan toch bezig bent, weerspiegel je de zinkbekleding aan de andere kant van het plein meteen met een eigen zinkdak.

10. We verlaten Céramique en lopen verder naar de Stationsstraat. Dat kan via de Wilhelminasingel, maar leuker is het om een klein stukje vanaf Plein 1992 langs de Maas te lopen. Voorbij het Middeleeuwse Waterpoortje kun je rechts een piepklein steegje in: de Kaleminkstraat. Vermoedelijk stond hier een opslagplaats voor zink uit Luik of zinkwit uit Eijsden: kalemink is de Maastrichtse verbastering van calamine/kalamijn, het mineraal waaruit zink wordt gewonnen en waar ook het Belgische plaatsje Kelmis zijn naam aan te danken heeft. Eenmaal in de Stationsstraat geef je je ogen goed de kost. De straat wordt vanaf 1882 gebouwd, dwars door de oude vestingwerken van Wyck. Het is de eerste grootschalige stadsuitbreiding van Maastricht. De straat is een prestigeproject om het centrum in één rechte doorgang met het station te verbinden. Men noemt het hier daarom ook wel de Percée (Frans: doorbraak) en er staan een aantal belangrijke praalbouwwerken, bijvoorbeeld het Hotel de l’Empereur. Zoals het moderne, 19e-eeuwse, monumentale architectuur betaamt (en al zeker als Luik en Parijs net om de hoek liggen!) wordt er veel zink gebruikt. Op een hoop daken zijn nog zinkbekledingen of zinken dakkapellen te zien. Maar het opvallendst stukje zink is wel de uitbouw van Hotel Alex, op de hoek met de Alexander Battalaan. Dit pand uit 1896 werd door architectenbureau SATIJNplus in 2018 met extra kamers uitgebreid in een spannend samenkomen van oud en nieuw, zoals ook het oorspronkelijke gebouw een eclectisch stijlensamenraapsel was. De uitbouw is eigenzinnig en eigentijds en refereert door het gebruik aan zinken losanges op de gevels aan het rijke en lokale ambacht van de zinkwerkers.

11. Onze wandeling komt bijna ten einde. We lopen nu naar het station en zoeken een zitplekje op het plein. Maastricht was een industriestad. De aardewerkfabrieken van de Sphinx waren prominent op de westoever, de Zinkwit in het oosten. Onder het autocratische bewind van directeur Fernand Pisart en door de onmenselijke omstandigheden van een hongerloon enerzijds en levensgevaarlijke toestanden anderzijds, ontstond onrust onder de zinkwitwerkers. Als zes jonge mannen van de nachtploeg op een dag iets te vroeg hun boeltje bij elkaar rapen om naar huis te gaan en stante pede ontslagen worden, barst de bom. Het is 21 juli 1929. De zinkwitarbeiders leggen hun werk neer, eisen een hoger loon en het recht tot vakbonden. Gedwongen besluit de directie de Rooms-Katholieke bond St. Willibrordus te erkennen en de meeste katholieken gaan weer aan het werk. Er ontstaat vijandigheid tussen de socialisten (de roden) en de katholieken (de blauwen). Als de werkwilligen vanuit de St. Martinusparochie in Wyck naar de Zinkwit lopen, doen ze dat al gebeden prevelend en begeleid door met knuppels gewapende escortes. De socialisten jouwen hen uit langs de weg. Revolutionaire bolwerken zoals de Stokstraat- en Boschstraatkwartieren en Het Volkshuis in de Bogaardenstraat worden de hoofdkwartieren van de socialistische stakingen, die steeds groter worden. De politie durft er niet meer te komen. De Maastrichtenaren zijn solidair en geven gul aan collectebussen. De staking escaleert in het dodelijke marechausseeoptreden op 16 oktober. De begrafenis van de gedode arbeider Hubert Beckers mondt, onder leiding van de socialistische leider Willem Vliegen, uit in een massademonstratie. De stakingen duren voort tot 14 november van dat jaar. Hoewel de lonen worden verhoogd en de omstandigheden verbeterd, zien de socialisten de uitkomst als een nederlaag. Er hadden nooit doden mogen vallen.

Hier eindigt de wandeling. Je kunt bij het station een OV-fiets lenen en meer plekken in de stad verkennen. Bezoek bijvoorbeeld het Zinkwitterrein: dat ligt aan de Franciscus Romanusweg, in Limmel. Buiten één schoorsteen is er niets meer van de fabrieken te zien van de Maastrichtse Zinkwit Maatschappij: het terrein werd volledig verwoest tijdens een bombardement in 1944 en niet meer herbouwd. De grond ligt er nog steeds braak. Door de industrie is er, niet alleen hier maar in de hele omgeving, enorme vervuiling opgetreden, met name in Limmel. De grond is hier zelfs zo slecht dat de woningprijzen er een stuk lager zijn dan gemiddeld en de aarde bij de bouw van nieuwe huizen eerst grondig gesaneerd moet worden. Door de vervuilde grond groeit hier wel het zinkviooltje, een unieke maar helaas ook bedreigde bloem die alleen maar kan leven waar andere planten dat niet kunnen. Anno 2021 bestaan er een aantal plannen om dit zogenoemde Trega-terrein opnieuw in gebruik te nemen: of er hier een parkeerplek, een woonwijk of een zonnepark komt, de inwoners van Limmel zijn vastberaden hun stem duidelijk te laten horen.

 

Teksten Remco Beckers | Vormgeving Janneke Janssen en Lyanne Polderman