Aan de Ezelmarkt ligt het Bonnefantenklooster, waar in de tweede helft van de 20e eeuw het Bonnenfantemuseum ook in heeft gezeten. Het klooster was thuis aan de Kanunnikessen van het Heilige Graf, ook wel de Sepulchrijnen genoemd. De zusters vervulden een maatschappelijke functie in dat ze lesgaven aan arme meisjes. Die werden in de volksmond, wegens hun voorbeeldige opvoeding, ook wel bons enfants genoemd, goede kinderen, dat verbastert naar Bonnefanten. De kloosterkerk, die het meest in het oog springt, is in Hollands classicisme opgetrokken in 1709 door stadsbouwmeester Gilles Doyen. In het fronton is in de Latijnse spreuk het jaartal en het belang van het gebouw te lezen: eer aan het graf van de Heer.
Al lopende naar de Sint-Servaasbasiliek, komt u langs het Tweede Minderbroederklooster en de het klooster van Zusters onder de Bogen. Een van de belangrijkste kloosterordes in Maastricht was die van de Franciscanen, die onder meer verantwoordelijk waren voor de grote mate van Mariadevotie in de stad. Hun glorietijd eindigde abrupt toen een Franciscaan, of Minderbroeder, pater Vink, betrokken raakte bij het beruchte Verraad van Maastricht in 1638: een complot van Maastrichtenaren om de Spanjaarden toegang te geven tot de stad. Vink, die biechtvader was van Elisabeth Strouven, werd met de andere samenzweerders publiek onthoofd, hun hoofden gespiest bovenop het rondeel dat nu uitkijkt op het stadspark en nog steeds De Vief Köp (De Vijf Hoofden) wordt genoemd. Als gevolg van die betrokkenheid, werden de Franciscanen uit de stad verbannen. Pas in 1673 keerden ze terug.
Loop nu door naar Sint-Servaasklooster.
Een derde kloosterorde die in Maastricht werd gesticht, door de Belgische zuster Elisabeth Gruyters in 1837, is die van de Liefdezusters van de Heilige Carolus Borromeus, beter bekend als de Zusters onder de Bogen, naar de grote bogen die de brug slaan tussen de Sint-Servaaskerk en het moederhuis van de orde. De doelstelling van de congregatie was onderwijs, net als de Calvariezusters van Elisabeth Strouven, en zorg voor wezen, zoals ook de Sepulchrijnen al deden. Wel nieuw was de ziekenverpleging, eerst met name het geestelijk heil van patiënten, daarna met gedegen verpleegstersopleidingen. Zo stamt bijvoorbeeld het OLVG-ziekenhuis in Amsterdam uit deze verpleegwens die de Zusters onder de Bogen koesterden. De reputatie van Zusters onder de Bogen als verpleegcongregatie was rijzende en vanuit die capaciteit werd ook missiewerk verricht in Indonesië en Afrika. De Orde bestaat nog steeds, maar is flink geslonken. Het moederhuis van de inmiddels wereldwijde congregatie staat nog steeds, onder de bogen, in Maastricht.