In Vitro
De Vele Levens van Glas
We kijken altijd door glas maar zelden naar glas. Als bouwmateriaal is het nu alomtegenwoordig maar ooit bracht het kleur in het leven van alledag. De kerkvensters vertelden de verhalen over wie wij zijn en hoe we ons moeten gedragen. Vandaag de dag is het gebruik van glas in architectuur over het algemeen prozaïsch: een materiaal dat licht doorlaat en binnen en buiten aan elkaar verbindt.
In praktische zin biedt het gebruik van glas kansen voor de verduurzaming van nieuwe en oude gebouwen. Al sinds de industrialisering is het aura van de moderniteit verbonden met het gebruik van glas. In glas wordt de toekomst gezien, het materiaal wordt technologisch geïnnoveerd maar ook blijven de oude ambachten bewaard, wellicht geuit in nieuwe vormen.
In Limburg had glas een duidelijke betekenis in de totstandkoming van een regionale, visuele identiteit. De stad Roermond speelde daarin de hoofdrol van het glasmakerscentrum dat ook buiten de provinciegrenzen zijn product afzette. Dat uitte zich in de typische, glas-in-loden bovenlichten en de exuberante expressionistische kerkramen van de Limburgse School met grootheden als Joep Nicolas, Charles Eyck en het Atelier Flos tot hedendaagse architecten als Wiel Arets, Francine Houben, Mathieu Bruls en Jo Coenen.
Deze tentoonstelling onderzoekt het gebruik van glas in de architectuur in al zijn verschillende verschijningsvormen. Dat kan enerzijds een lokaal en ambachtelijk materiaal zijn, maar ook een industrieel product dat een onuitwisbare invloed heeft op hoe wij omgaan met elkaar, met architectuur en met de natuur om ons heen. In de expositie brengen we archiefmateriaal en oud glas-in-lood samen met introspectieve installaties en films die de glans en gelaagdheid van glas onderzoeken. Moderne Limburgse architectuur wordt met ontwerpen en maquettes getoond in de context, de filosofie en het symbolische belang van glas.
Glas voor de geest Glas heeft van meet af aan verhalen verteld. In analfabete tijden boden gebrandschilderde ramen in kerken tekst en uitleg bij de onverstaanbare Latijnse mis. Later, als vensterglas ook voor de middenklasse beschikbaar wordt, drukt men met het materiaal ook welvaart uit. Het paarse glas dat je bijvoorbeeld in sommige grachtenpanden in Amsterdam ziet is een symbool van rijkdom, maar in veel gevallen ook nep.
Midden 19e eeuw emancipeerde de katholieke gemeenschap in Nederland zich: een periode die wel 'het Rijke Roomsche Leven' wordt genoemd. Het bisdom Roermond werd hersteld, de katholieke beleving en daarmee de cultuur bloeiden op. De in deze beweging spraakmakende ateliers van architect Pierre Cuypers en glazenier Frans Nicolas werkten vanaf de jaren 1850 regelmatig samen. In de bouwstijl werd gerefereerd aan de late middeleeuwen en dat sloeg aan: de gotiek kreeg een revival in de neogotiek, met Limburgse wortels. De hedendaagse ontkerkelijking maakt echter dat veel glas zijn functie en plek verliest en het leven slijt in kleine depots. Bij Bureau Europa struin je straks zelf door het Limburgse glasdepot, op zoek naar verweesde stukjes glas-in-lood.
Politieke lading Het glas-in-looddepot brengt de vele scherven bij elkaar van de neogotische bloeiperiode van de glaskunst. Het is problematisch erfgoed: restaureren is lastig, ook vanwege de eisen van deze tijd. Glas-in-lood is nu eenmaal moeilijk in driedubbel glas uit te voeren. De provincie trekt er het liefst zijn handen vanaf. Niet alleen in Limburg zorgt glas voor hoofdbrekens. Met haar onderzoek en film brengt Batoul Faour de verwoestingen in beeld na de massale explosie in Beiroet in 2020, die de stad maandenlang onder een tapijt van glas bedolf. Het gebroken glas is een metafoor voor de fragiele politieke toestand in Libanon.
Christien Meindertsma zoomt met haar film White Heart in op een kraaltje met die naam, dat eeuwenlang bij koloniale ruilhandel werd gebruikt en waarmee een systeem van uitbuiting kon worden opgetuigd. Vandaag worden de kraaltjes in Bohemen geproduceerd en in Amerika nog steeds in inheemse kunst verwerkt, op uiterst ambachtelijke wijze. De film brengt de globalisering van een materiaal, maar ook de geschiedenis van exploitatie gevoelig in beeld.
Binnen en buiten Na de industriële revolutie veranderde de kijk op gezondheid: een goed leven vereist rust, ruimte en licht. In Maastricht begon Petrus Regout zijn fabrieken met glazen daken en vloeren uit te rusten, zelfs de eerste gasleidingen maakte hij van glas. Later werd de tuberculosepandemie bestreden met licht en lucht, dat zie je terug in de architectuur van sanatoria. Veel glazen wanden zorgden dat het zonlicht ruim kon toetreden met een horizontale focus omdat patiënten er natuurlijk voornamelijk op bedden lagen. De stijl van het meubilair was strak. Dat is praktisch en bevordert de ademhaling. Sanatoriumbezoekers waren de influencers van die tijd en de stijl verspreidde zich dus als een lopend vuurtje.
De architectuur ontwikkelde zich verder toen de röntgenfotografie werd uitgevonden, na 1900. Zoals een röntgenfoto het binnenste van het lichaam laat zien, keert de architectuur het interieur naar buiten door toepassing van glazen wanden. De grens tussen binnen en buiten, tussen privé en publiek, vervaagt. De architectuur zoals we tot dan toe kenden, leek te verdwijnen. Die rigoureuze aanpak was ook een van de kenmerken van de eminente en invloedrijke Akense Ludwig Mies van der Rohe. De hedendaagse architect Wiel Arets haakt erop in met zijn theorie van de Albasten Huid. Iedereen is voyeur, het kijken zelf wordt geproblematiseerd – of zelfs gedisciplineerd: de Nederlandse (calvinistische) doorzonwoning biedt immers de volledige inkijk in het privéleven, als bewijs van rechtschapenheid.
Gelaagd glas Er is dus met de introductie van glas in de bouwkunst sprake van een Umwertung aller Werte. De architectuur verdwijnt zodra ze verschijnt, de glazen wand is het membraan dat het chaotische scheidt van het geordende. Met de komst van elektriciteit komt het licht niet meer van buiten, maar van binnen. Frits Peutz’ Glaspaleis in Heerlen is de viering van het moderne bouwen en een uiting van koopmansgeest en moderniteit. Ironisch is het dat de glazen architectuur van sanatoria juist een antidotum tegen de moderniteit wilde zijn – en de Maastrichtse Kunstacademie van Wiel Arets glas ook als barrière gebruikt: een ondoordringbare film tussen het kleurrijke kunstenaarsatelier en het starre stadsweefsel.
Maar glasarchitectuur laat de natuur ook binnen: van het TransNaturalHouse van Mathieu Bruls in Beutenaken, dat is afgestemd op de standen van de zon en het buitenklimaat voor optimale lichtinval tot het Zweedse concept van het Naturhus, waarbij mensen zonder isolatie of verwarming in broeikassen wonen. Ingeborg Meulendijks maakte An Arboreous Imprint: reliëfglazen, waarin de natuur in het glas zelf gevangen zit en in de Glazen Boerderij in Schijndel van MVRDV en hun Crystal Houses in Amsterdam lijkt de grens tussen natuur en cultuur, binnen en buiten te vervagen.
Klaar voor de toekomst Het is weliswaar een oeroud materiaal, maar glas blijft doorlopend in ontwikkeling. Zoals gemeld is de restauratie van oud glas lastig, want vaak wordt het niet meer op historische wijze gemaakt. Met het oog op klimaatadaptatie is het isoleren en renoveren van glas-in-lood echter wél van groot belang. Glas is een flexibel en uiterst geschikt materiaal voor de toekomst, niet in de laatste plaats door zijn duurzaamheid. Het kan lokaal gewonnen en eindeloos gerecycled worden. Met haar research Made by Insects onderzoekt Ori Orisun Merhav hoe het natuurlijke insectenpolymeer shellac tot een glazen coating geblazen kan worden. AtelierNL benadrukt dat de grondstoffen voor glas hyperlokaal gewonnen kunnen worden door met verschillende zandsoorten te werken. Maar zand is wel een eindige grondstof en dat wordt aangestipt in het werk van Giuseppe Licari. De delving van zand en silica heeft grote impact op het lokale landschap.
Maar het kan impact ook verminderen: nucleair afval, dat tienduizenden jaren gevaarlijk blijft, kun je bewaren in keramieken containers, de waarschuwing voor gevaar gevangen in het gekristalliseerde glazuur eromheen, zoals het lopende onderzoek van Antye Guenther laat zien.
De tentoonstelling In Vitro geeft een bevlogen, gelaagde inkijk in de vele levens van glas: van gebrandschilderde vensters in het 19e-eeuwse katholieke Limburg tot de expressionistische Limburgse School; van symbolische laag in hedendaagse architectuur tot duurzame materie voor de toekomst; van lokaal ambacht tot industrieel product met wereldwijde toepassingen in kunst, mode, design en gezondheid; van de glasmaker als muzikant tot onderzoeker, van romancier tot activist.
Looptijd zaterdag 16 december 2023 t/m zondag 16 juni 2024
Locatie Bureau Europa, platform voor architectuur en design
_____________________________________________________________________________
Noot voor redactie (niet voor publicatie)
Voor meer informatie omtrent de inhoud van de tentoonstelling kunt u contact opnemen met info@bureau-europa.nl. Curator Remco Beckers en diverse kunstenaars zijn beschikbaar voor interviews. Bij interesse kunt u contact opnemen met communicatie-medewerker Myrthe Leenders, via communicatie@bureau-europa.nl