Achtergrond
Katja Heitmann is al een aantal jaren bezig met het scheppen van een archief voor de menselijke beweging. De ambitie is al vaker geformuleerd in de dans, aangezien de discipline geen gestandaardiseerde notatie kent. Het lichaam van de danser, wordt vaak gezegd, is het archief van de dans. Maar Heitmann betrekt de vraag ook op de wereld buiten de dans. In onze archieven en musea verzamelen we portretten, objecten en geschriften van belangrijke gebeurtenissen en personen. En ook thuis bewaren we brieven, objecten en foto’s van onze geliefden. Maar de houdingen, bewegingen en reflexen waaraan we onze meest dierbaren direct herkennen, raken we kwijt. Katja Heitmann en haar team maken dat gemis voelbaar door menselijke bewegingen te verzamelen en bewaren.
In 2019 presenteerde de Heitmann in Marres haar project Museum Motus Mori. In dit project maakte ze met tien dansers een museum van de uitstervende lichamelijke beweging. Zes weken lang, vijf uur per dag, stelden de dansers en de choreografe zichzelf voor de bijzondere opdracht om de kleine menselijke motoriek in patronen te ontrafelen, om bezoekers gevoelig te maken voor de diepe menselijkheid die in het lichaam schuilt. Er ontstond een choreografie voor het sleutelbeen, een dans van navel, buikvet en ribbenkast, een frase voor hartslag en kniespier.
Bewegingsinterviews
Als bron gebruikte de choreografe bewegingsinterviews. Iedere dag werden mensen uitgenodigd voor deze interviews waarin ze vertelden hoe ze stonden, zaten of sliepen, of ze eigenschappen deelden met familieleden, of ze wel eens een blessure of een ongeluk hadden gehad die hun fysiek of bewegingen had veranderd. De dansers analyseerden deze eigenschappen en leerden ze te belichamen. Heitmann richtte zich vooral op het vastleggen van onwillekeurige menselijke gedragingen. Ze raakte gefascineerd door onbewuste, soms overgedragen bewegingen, die heel onhandig zijn of het leven zwaar of moeilijk maken, maar tegelijk een diep inzicht geven in de menselijke identiteit. Het publiek dat getuige was van dit levende archief, zag een langdurige opvoering van menselijke bewegingen, waaronder die van henzelf en van hun naasten.