Het voormalig mijnspoor bevindt zich in het historisch en ruimtelijk/landschappelijk relevante gebied Heerlen-Noord. In dit gebied spelen groen-blauwe structuren vanuit de historie een hoofdrol. Beken, moerassen, kastelen en oude dorpen vormden eens het decor voor de ont- wikkeling van de mijnbouw begin 20ste eeuw. Het mijnspoor en de daaraan gele- gen mijnwerkerskoloniën zijn de weinige nog resterende cultuurhistorische relic- ten uit die tijd.
Op dit moment is het gebied ten gevolge van de hedendaagse demografische veranderingen opnieuw een transformatiegebied. In plaats van een toename van bebouwing ontstaan er door sloop en herstructurering nieuwe open gebieden.
Een belangrijk doel in het transformatieproces is om mogelijkheden en kansen in kaart brengen die de neerwaartse ontwikkelingen in Heerlen-Noord stabiliseren en het gebied voorzien van duurzame, sociale- en economische impulsen.
De kern van de opgave is niet het vormen van iets nieuws op een lege plek, maar het omvormen van een bestaande plek tot iets nieuws. Het ideale, utopische masterplan wordt vervangen door een ontwerpstrategie waarin de diverse partijen een sleutelrol vervullen.
De doelstelling van het project is om te komen tot een hoogwaardige regionale toeristische verbinding tussen station Nuth en de Brunssummerheide of Schutterspark (en verder via bestaande routes naar het Heidenaturpark in Duitsland) om op die manier:
a.) Een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van toeristische verbindingen in Parkstad en de toegankelijkheid daar- van voor verschillende doelgroepen te vergroten;
b.) Een bijdrage te leveren aan de recreatiemogelijkheden van de omwonende bevolking;
c.) Een bijdrage te leveren aan de identiteit en leefbaarheid in Hoensbroek;
d.) Het mijnverleden meer zichtbaar te maken;
e.) De aan het spoor gelegen mijnkoloniën (cultuurhistorisch erfgoed), die als kralen aan een rijgsnoer gelegen zijn, om te vormen tot de pleister- plaatsen langs de route;
f.) Een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van IBA Parkstad 2012-2020;
g.) Een bijdrage te leveren aan het jaar 2015 waarin Heerlen haar mijnverleden memoreert
In plaats van het tekenen van een plan kiest het team (geheel volgens het principe van het Gebrookerbos) voor een open werkwijze, waarbij de eindgebruikers en actoren daadwerkelijk participeren in het proces. De geplande aanpak is het beste te omschrijven door een sprekend voorbeeld: Bureau Europa heeft (in samenwerking met Maurer United Architects) een vergelijkbaar project op het terrein van de voormalige keramiekfabrieken van de Koninklijke Sphinx in Maastricht ontwikkeld en gerealiseerd met de naam Sphinxpark.
Gedurende een periode van twee jaar is op het geheel ommuurd en verwilderd terrein in hartje Maastricht door middel van verschillende projecten een aanzet gegeven tot een tijdelijk stadspark. Dit Sphinxpark is een park waar de toekomstige ontwikkelingen van de stad en het landschap nu al vorm krijgen.
Met de specifieke aanpak ‘Mijnspoorzoeker’ is een participatie proces in gang gezet, waarbij de omwonenden van het oude mijnspoortraject betrokken zijn bij de visie- en ideeënvorming. Daarvoor zijn interactieve bijeenkomsten georganiseerd en is een digitaal platform in de vorm van een website ontwikkeld en in gebruik genomen. Dankzij de hoge opkomst en de nauwe betrokkenheid is samen met de participanten een pakket van gebruikseisen opgesteld, dat na grondige analyse is vertaald naar een definitief concept en conceptontwerp.
Het participatieproces is gericht op het het genereren van ideeën en het het creëren van draagvlak. Het draagvlak is essentieel. Het traject is volgens een stappenplan opgezet.
Allereerst werd door het projectteam de doelstelling - een nieuw te ontwikkelen hoogwaardige regionale toeristische verbinding ter plaatse van het voormalige mijnspoor Nuth, Hoensbroek, Brunssum - op een aansprekende wijze gevisualiseerd en werden er een aantal mogelijke fysieke en niet-fysieke ideeën (triggers) gegenereerd. Vervolgens werd dit voor- nemen gedeeld en onder de aandacht gebracht bij betrokkenen en omwonenden. Enerzijds gebeurde dat via een ontwikkelde website en anderzijds door programma onderdelen te organiseren.
In de buurtkranten werden via advertenties de website bekend gemaakt en de programma onderdelen aangekondigd.
Deze acties zetten de omwonenden en betrokkenen aan om de mogelijkheden en de impact van het project te doordenken - dwars door de eigen wijk.
Gedurende de periode april tot en met december 2013 is er sprake geweest van een actief proces. Zo werd onder ande- re een wandeling over het voormalige mijnspoor georganiseerd met een bezoek aan de lokale heemkundevereniging, zijn er met de direct aan het ‘mijnspoor’ gelegen basisscholen kinderworkshops georganiseerd en is er voor ouderen een zogenaamde ‘vertelkeuken workshop’ georganiseerd. Ook is er in het stadsdeel Hoesbroek deelgenomen aan een ‘bewonersmarkt’ waar het project als proces werd voorgesteld aan geïnteresseerden.
Via mond op mond reclame werd er over het project op allerlei niveaus gesproken. Er is ook free publicity geweest in de lokale kranten. Via de website, post, mail en telefoon zijn de indeeen verzameld en zichtbaar gemaakt.