Eau Eau Mestreech...

Een Maastrichtse waterwandeling

14 september 2024

Wat is de belangrijkste rivier van Maastricht? Een open deur? Minder dan je misschien denkt, want het is niet de Maas. Maastricht is meer langs de Jeker dan langs de Maas ontstaan, een stad heeft zich gevormd waar deze twee rivieren elkaar ontmoeten.

Wist je dat het water altijd bepalend is geweest in de stad? Dat Maastricht groeide, maar Wyck juist kromp? Dat er een ondergronds aquaduct bestaat? Dat vissen er kunnen traplopen? Dat je er Zeezicht hebt? Dat je met water een bres in de stadsmuur slaat?

Leer meer met deze Maastrichtse waterwandeling, het vervolg op de stadswandeling ‘En Plein Publiek’ van erfgoedconservatoren Remco Beckers en Joes Minis. Deze wandeling is in het kader van de Open Monumentendag geschreven.

Afstand 6 km

Looptijd 1,5 uur

Teksten Remco Beckers & Joes Minis | Vertaling JLC Coburn | Vormgeving Dennis van Eikenhorst | Beelden Jonathan M (Wikimedia) | Brbbl (Wkimedia) | Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | Tuñón y Albornoz Architects

  1. We vertrekken bij Bureau Europa, platform voor architectuur en design. We kiezen het ruime sop en wandelen de Boschstraat uit richting de Noorderbrug. Bij de Frankensingel ontdekken we een trap die naar het water leidt. Hier, aan de Zuid-Willemsvaart, bevindt zich een van de laatste toevoegingen aan de Maastrichtse vestingwerken. Het bastion waarop we ons bevinden, is vernoemd naar generaal Bernardus Dibbets, die de stad Nederlands wist te houden tijdens het Belgische beleg in 1830. Veel Maastrichtenaren betreurden deze acties en verklaarden Dibbets later tot boeman. Hij woonde in het Generaalshuis aan het Vrijthof, nu een theater. Dibbets werd in 1839 eervol in het bastion begraven. Zijn laatste rustplaats is lange tijd een publiek urinoir geweest uit verbolgenheid over zijn ‘verraad’, de reden waarom zijn grafsteen nu bij de Tapijnkazerne staat. Vandaag is Dibbets gerehabiliteerd en prijkt zijn naam weer langs de Zuid-Willemsvaart.
  1. Volg het pad met het water aan stuurboord. Voorbij de bakstenen brug kom je in de havenkom en de Lage Fronten, onderdeel van de 'natte vestingwerken' van Maastricht. Hier lag een inundatiegebied dat bij belegeringen onder water gezet kon worden. Deze Nieuwe Bossche Fronten zijn aangelegd tussen 1816 en 1822, ter voorbereiding van de aanleg van de Zuid-Willemsvaart. In 1867 verloor Maastricht de vestingstatus en werd veel van de voor de infrastructuur onwelkome vesting gesloopt. Het inundatiegebied kreeg een tweede leven toen de firma Regout & Co., later bekend als De Sphinx, het omtoverde tot een havenkom. Schepen konden hier aanmeren en met takels vanuit de fabrieken, die direct achter de muren lagen, bediend worden. Dankzij het Plan Belvédère zijn de fronten sinds 2017 een park.
  1. Vlak vóór de bruggen van de Cabergerwerg wijzigen we onze koers. Bovenaan de trap slaan we op de Cabergerweg linksaf en bij het stoplicht rechts de Statensingel in. Zoek nr. 75 aan de linkerkant. ‘Waarom hebben we hier een Huize Zeezicht?’ vragen onthutste voorbijgangers zich al decennia af. De huidige bewoners overwogen al Huize Weltevree, Huize Kotsbeu viel ook af, maar Huize Zeezicht beklijfde, tot consternatie van velen. We lopen ongeveer vijfhonderd meter verder, naar nr. 148b. Worden er nu bonbons gemaakt, werd er ooit haring ingelegd. Vóór vis diepgevroren kon worden, was Maastricht de laatste plek in het binnenland waar verse vis verkocht werd. Vanaf Maastricht vervolgde zeevis (vooral haring) zijn weg als zure haring of rolmops. Nog steeds wordt de eerste vis op de Maastrichtse vrijdagmarkt weggekocht door Noord-Franse restauranthouders. Zo is de zee dus toch in zicht.
  1. Schuin tegenover de oude haringinleggerij kun je de Zakstraat in. Onder je voeten stroomde het zeventiende-eeuwse Jekerkanaal, het ondergrondse aquaduct van de Franse vestingbouw Vauban dat voor militaire doeleinden werd aangelegd. Loop verder naar de Brusselsestraat. Dit is de enige straat in Maastricht die ooit is afgebrand, in 1612. De brand werd veroorzaakt doordat de infame duivenhater Jaspar die vanuit zijn raam op een onschuldige duif schoot. Met daken van stro en huizen van vakwerk, een typische bouwstijl in het Brabants-Luikse land waartoe ook Maastricht behoorde, verspreidde de brand zich snel. Tussen Jekerstraat en Kommel liepen de huizen veel averij op. De stad verordende daarom dat vanaf dat moment alle gebouwen een stenen gevel moesten krijgen (hier werd uiteraard maar weinig gehoor aan gegeven). Een soort van brandweer kennen we al in 1447, als brandladders en brandemmers worden geteld. Het maken van de leren brandemmers waren voor de leerling-leerlooiers deel van de meesterproef, betaald door nieuwe burgers in de stad. 
  1. Steek over naar de Jekerstraat. Waar stroomt hier de Jeker? Nergens, maar deze straat kwam in de veertiende eeuw uit op een poortje in de stadsmuur en liep vervolgens verder naar de Jeker. Aan de linkerkant staan nog enkele oude hoeves, te herkennen aan grote poorten waar karren doorheen konden. Deze boerderijen binnen de stadsmuren verbouwden de dagelijkse kost voor de Maastrichtenaar. Zo’n 70% van de stadsbevolking was vóór de negentiende eeuw boer. De boeren haalden hun water uit putten. Rond 1850 telde Maastricht zo’n drieduizend huizen, waarvan tweeduizend met een waterput. De minderbedeelden die als haringen in een ton op elkaar woonden, haalden hun water bij openbare pompen of zelfs uit het vervuilde Bassin of de Maas. Vanaf 1880 boog het stadsbestuur zich over de vraag of ook Maastricht een waterleidingmaatschappij nodig had. Moest het een gemeentelijk bedrijf worden of was het risico daarvoor te groot? Het voor ons vanzelfsprekende stromend water is dat lang niet altijd geweest!
  1. Na de Jekerstraat slaan we linksaf en verderop rechtsaf de Abtstraat in. Deze aflopende straat heeft een te chique naam. Abtstraat is gewoon een afgeleide van Sapstraat. De vóór de negentiende eeuw nog onverharde straat kreeg na hevige regenval een ‘sappig’ voorkomen. Aan het einde van deze Abtstraat gaan we links en lopen we naar de Y-splitsing. Naast de oudste muurschildering van Maastricht staat een kleiner kunstwerk: een kopie van Charles Vos' Sint Servaas, vervaardigd door zijn leerling Sjef Eijmael. Het origineel is de enige Maastrichtse bisschop die nog op de Servaasbrug staat, hij zegent er het Maaswater dat de stad binnenkomt. Hier kijkt hij richting Tongeren, zijn vertrekpunt op weg naar Maastricht. Loop linksaf de Kakeberg af en sla aan het einde rechtsaf. Je loopt nu langs de Jeker.  Het Huys op den Jeker is een fraai voorbeeld van de Maaslandse Renaissancestijl. Dit huis uit de tweede helft van de zeventiende eeuw rust op een tongewelf en combineert speklagen van baksteen en mergel in zijn gevels. Het huis diende lange tijd als woning voor de rector van de Grauwzusters.
  1. Volg de muziekklanken die uit het Conservatorium sijpelen en ga naar de hoofdingang van het gebouw. Het gebouw is ontworpen door architect Piet Dingemans en voltooid in 1965, en valt op door zijn krachtige vorm en materiaalgebruik. Hoewel het afwijkt van de omliggende architectuur, past het verrassend goed in zijn omgeving. Net als het Huys op den Jeker is het conservatorium boven op de rivier gebouwd. De bakstenen gevel en rechthoekige hardstenen kaders doen denken aan zowel de Maaslandse Renaissance als de vakwerkbouw, terwijl het leien dak en het asymmetrische grondplan een vleugje organische architectuur toevoegen. Die vorm is niet toevallig: hier stond ooit, op exact hetzelfde kavel, de negentiende-eeuwse Molen van Dolk, een watermolen en lakenfabriek van Jan Pieter Hanckar. Tegenover de ingang stroomt de Jeker uit de waterpoort de Reek. Het witte gebouw langszij is eveneens een oude watermolen. Opvallend is de grote raampartij: de inwonende kunstenaar en glazenier Charles Eyck had immers veel lichtinval nodig.
  1. De Jeker stroomt onder het Conservatorium door. Drijf met het straatje mee naar het beboomde De Bosquetplein. Houd halt met de Zwingelput aan je rechterhand. Aan de Grote Looiersstraat zaten tijdens het ancien régime de Maastrichtse leerlooiers. De Jeker liep toen nog midden door de straat, waardoor een soort gracht was ontstaan. Het was ook de Jeker die ervoor zorgde dat de leerlooiers zich hier in de late middeleeuwen hadden gevestigd: zo kon al het stinkende afval direct het riviertje in, als in een open riool. In een stad waar de wind meestal uit het noordwesten komt, verklaart dit waarom een groot deel van de oostoever vrij bleef van bebouwing om die stank te vermijden. De ligging van de Jeker in deze straat was ook een reden waarom de Grauwzusters, die zieken en doden verzorgden, zich hier hebben gevestigd. Het pand dat nu het Natuurhistorisch Museum huisvest (en waar ooit het atelier zat van de eerdergenoemde beeldhouwer Charles Vos), is in 1673 gebouwd als hun klooster. Dicht bij de Jeker, zodat alle excrementen snel konden worden afgevoerd. Ook het Maastrichtse pesthuis en het militair hospitaal stonden langs het riviertje, verder stroomafwaarts. 
  1. Wandel zo kalm als een zalm naar de straat, steek die over en loop naar de Sint-Pieterstraat. Al gauw kun je onder een gebouwtje doorlopen aan je rechterhand. Dit onderdoortje, dicht bij de Leeuwenmolen, brengt je bij een bijzonder stukje infrastructuur. De Jeker is anno 2024 de meest vervuilde rivier van heel Nederland. Om de waterkwaliteit te verbeteren zijn er een aantal initiatieven geweest, waaronder het aanleggen van deze vistrap, die 120 meter meet. Dankzij de vistrap kunnen vissen en andere waterdieren de sluis passeren en doortrekken richting België. Tevens is dit een van de plekken in de stad waar men in de kleine uurtjes op beversafari kan gaan. De Maastrichtse bevers houden zich overdag schuil, maar op veel plekken langs de Jeker, Maas en Zuid-Willemsvaart verraden afgeknaagde bomen hun aanwezigheid. Naast de vis en de bever tref je er ‘s zomers ook wel eens de een of andere verdwaalde badeend aan.
  1. Loop rechts terug het park in en langs de vijvers totdat je aan de Begijnenstraat komt. Links ligt de Poort Waerachtig. Aan de overkant van de straat ligt een grote vijver waar je omheen kunt lopen, richting de Hoge Brug. De vijvers vormen onderdeel van het romantische stadspark dat in de negentiende eeuw is ontworpen in de Engelse landschapsstijl. Het park werd in het begin dan ook ‘d’n Ingelsen Hoof’ genoemd. De vijver voor rondeel ‘De Vief Köp’ is het laatste nog bestaande stukje van het negentiende-eeuwse kanaal Luik-Maastricht. Loop richting de Hoge Brug. Op het bruggetje zien we de Jeker uitmonden in de Maas, maar toen het eerdergenoemde kanaal hier nog liep, moest het riviertje hier onderdoor lopen. Dit gebeurde met een siphon. Omdat slachthuizen in de negentiende en twintigste eeuw loosden op de Jeker, kwam er veel bloed in deze siphon terecht. Het water stroomde verder, maar het bloed bleef. Nu een charmant stukje park, maar ooit een macaber stukje Maastricht vol stank en maden. 
  1. We laten de Hoge Brug rechts liggen en wandelen verder naar Het Bat. Flaneer nu langs de rivier. Eindelijk zijn we bij de Maas. De stad is ontstaan aan de oversteekplaats waar de naam Maastricht aan te danken is. De discussie of, wanneer en hoe vaak er in Maastricht een brug was, blijft onopgelost. Mogelijk pendelde er lange tijd een veerpontje dat bij het Waterpoortje in Wyck aanmeerde. De Maaskanalisatie in de jaren 1960 bevestigde het bestaan van de Romeinse brug, toen een aantal stenen boven water kwamen. De aanlanding van de brug is gemarkeerd met het kunstwerk Pons Mosae van Jo Schoenmakers en Arno Meijs. Het is niet duidelijk tot wanneer de Romeinse brug dienst heeft gedaan. Het verhaal dat deze in de dertiende eeuw is ingestort, moet naar het rijk der fabelen verwezen worden. Overigens lag de Maas in de Romeinse tijd vijftig meter verder naar het westen dan nu het geval is, in het huidige Stokstraatkwartier. 
  1. Vanaf Pons Mosae wandelen we verder naar de Sint Servaasbrug. Verrassend genoeg is de Aw Brögk van Maastricht slechts negentig jaar oud en jonger dan de Nuij Brögk, de Wilhelminabrug. De dertiende-eeuwse brug was eigendom van het Sint-Servaaskapittel, is door de eeuwen heen flink verbouwd en moest in de jaren 1930 plaatsmaken voor een nieuwe brug, vanwege de dreiging te bezwijken onder toenemend verkeer. Muiterij! Kielhalen! De Maastrichtenaar verlangde dat een Nuij Brögk verder stroomafwaarts werd gebouwd. Toen die gereed was, werd ‘De Aw’ zó radicaal vernieuwd, met betonnen cilinders die op de Maasbodem rusten en bijna dubbel zo breed zijn als de originele brug, dat het een nieuw bouwwerk mag heten. 
  1. Van de Aw Brögk is het een kattensprong naar de Nuij Brögk met zijn opvallende Y-vorm. We lopen langs de door Jo Coenen heringerichte Maasboulevard. Hier zien we een dubbele kade, die de stad een zekere allure geeft. De Wilhelminabrug kreeg in Coenens masterplan uit 1992 een innovatieve dubbele aanlanding. Toen de brug in 1932 in imposante art-decostijl werd voltooid, liep ze in een rechte lijn naar de Markt. Voor de bouw van nieuwe stadskantoren, die er veel later pas kwamen, moest de historische vierde marktwand wijken. Bij de bouw in de jaren ’90 van Mosae Forum werd het verkeer om het complex heen geleid, wat de Y-vorm van de brug verklaart. Dit grote infrastructuurproject maakte deel uit van rigoureuze plannen om de stad beter toegankelijk te maken vanuit Wyck en de verbinding met de Maas te versterken. Voor een groot deel van de geschiedenis hadden veel Maastrichtenaren namelijk weinig band met de rivier, die lange tijd door een hoge muur aan het zicht onttrokken was.
  1. Loop bij de coenenische Y-splitsing de trap omhoog, sla rechtsaf en vervolg je weg over de Van Hasseltkade. Hier liep ooit het kanaal Luik-Maastricht, dat in de jaren 1960 werd gedempt voor een autoweg, die in de jaren 1980-90 opnieuw werd aangepast. Het doortrekken van de Maasboulevard over het Bassin was bij de aanleg omstreden, maar is nu moeilijk te veranderen. Met de verkoop van het terrein van papierfabriek Sappi, de omleiding van de Maasboulevard langs de rivier en de toekomstige afbraak van een deel van het Landbouwbelang, kunnen er nieuwe Bassinwanden gerealiseerd worden waardoor dit waterplein beter tot zijn recht kan komen. De bouw van drie opvallende woontorens door het Madrileense architectenbureau Tuñon y Albornoz zal het Landbouwbelangterrein, het Bassin en de skyline van Maastricht drastisch veranderen. Tegen 2027 moeten ook de kades van het Landbouwbelang, met zijn monumentale kranen, een ankerpunt in de stad worden.

    Vanaf het Landbouwbelang kun je terugwandelen naar de thuishaven Bureau Europa. Laat het anker los voor een rijk expositieprogramma of om meer themawandelingen te krijgen. Voor meer informatie bent u welkom aan de balie van Bureau Europa.